Kunnen kruiden helpen?
Veel medicijnen bevatten werkzame stoffen die afkomstig zijn van planten, of de werkzame stoffen zijn chemische reproducties van plantenbestanddelen. Voorbeelden zijn de pijnstillers aspirine, afkomstig uit wilgenbast, en codeïne uit de bolpapaver. Ook voor chemotherapie worden uit planten afkomstige middelen ingezet, zoals vincristine uit de roze maagdenpalm en taxol uit taxusnaalden. En nog steeds onderzoeken farmaceutische bedrijven planten, vooral de in niet-westerse culturen gebruikte kruidengeneesmiddelen, om nieuwe medicijnen te ontdekken.
Mensen die zich bezighouden met kruidengeneeskunde, zijn echter van mening dat kruidengeneesmiddelen werken dankzij het subtiele chemische evenwicht van de complete plant, of het mengsel van planten, niet slechts door één bepaald werkzaam ingrediënt.
De Nederlandse Vereniging voor Fytotherapie onderscheidt op haar site vijf richtingen binnen de kruidengeneeskunde:
- De reguliere (moderne, westerse) geneeskunde
- De westers traditionele (natuur-)geneeskunde
- De antroposofische geneeskunde
- De traditionele Chinese geneeskunde (TCG of TCM)
- De Ayurvedische geneeskunde uit o.a. India en Sri Lanka