Erfelijkheid
Ook bij mannen speelt erfelijke aanleg een rol bij het krijgen van borstkanker. Het risico op de ziekte is hoger als er een afwijking is in het BRCA1- of BRCA2-gen. Bij mannen die borstkanker hebben is de kans 10 procent dat zij een afwijking hebben in één van deze genen. Door de afwijking in het gen – ook wel mutatie – kan er sneller ongeremde celdeling ontstaan waardoor kanker ontstaat. Een man met een afwijkend gen kan dit op zijn beurt weer doorgeven aan zijn kinderen, waardoor ook zij een grotere kans hebben op het krijgen van borstkanker.